Brief 4 Henk Deege

Uitgeschreven tekst:

 

Maandagmorgen 9 1/2 uur 27 november

Liefste, ik zit nu in het hooi net als de paarden, wat te schrijven. Dan denk ik weer aan ons gezellige huisje. Misschien zijn we er weer gauw terug. We zitten hier in een kazerne in Kampen. Ik ben zo benieuwd hoe het bij jullie gaat. Maar ik geloof niet dat ik me over jou en de kinderen ongerust hoef te maken hè. Hier heb ik de eerste dagen wat over in de put gezeten, maar ik heb het met geweld van me afgezet, ik kan er nu toch niets aan veranderen. Het zal wel zo hebben moeten zijn zullen we maar denken. Daarbij ben ik nog gelukkig geweest, er zijn hier die al jaren in Duitsland gezeten hebben en nu hier weer gegrepen zijn.

Wij zijn nog vier jaar bij elkaar geweest. Dus afgesproken niet bij de pakken neer zitten hoor. De brief van zondag heb je al haast denk ik, want hij ging gistermiddag gelijk met een brandweerwagen uit Den Haag mee. Nu ik eindig weer, heb ik geen papier meer. Bewaar je deze briefjes voor mijn toekomstige dagboek.

Als ik meer papier heb zal ik onze ouders ook schrijven

Geef de kinderen een kusje, jij een pakkerd al de ouders de groeten.

Je liefhebbende man.

 

 

Kampen